Rudolp the rednose rendeir, soort van dan.. - Reisverslag uit Jukkasjärvi, Zweden van Coby - WaarBenJij.nu Rudolp the rednose rendeir, soort van dan.. - Reisverslag uit Jukkasjärvi, Zweden van Coby - WaarBenJij.nu

Rudolp the rednose rendeir, soort van dan..

Door: Coby en Renéetje

Blijf op de hoogte en volg Coby

03 Februari 2014 | Zweden, Jukkasjärvi

Hallå!

Vanmorgen niet gewekt met een heerlijk warm lingondrankje (bosbessensap) vanaf ons ijsbedje, maar gewoon heerlijk ontwaakt in een warme kamer met direct een warme wc nabij. Nee, bij nader inzien baalden we steeds minder dat we toch niet ook de koude kamer hadden gehad.. :P Na rustig ontwaakt te hebben, kleedden we ons warm aan voor weer een koude dagexcursie. Bij het naar buiten gaan viel de kou ons echter reuze mee. Na controle op de thermometer bleek ook waarom; het was maar -3 ! Ohhh, Renéetje deed al meteen een fleecetrui minder aan en we hielden onze mutsen en handschoenen uit. Het was echt nog te warm. Zeker ook omdat we uit een hele warme kamer kwamen en het sowieso nog veel te warm hadden. De eerdere dagen hadden we dat ook, maar deden we na een paar minuten toch de handschoenen aan en muts op, maar nu hoefde dat echt nog lang niet. Zo liepen we naar het hotelrestaurant voor een goed ontbijt.

Om 9 uur was het verzamelen voor onze volgende excursie; vandaag gingen we een paar uur op pad met rendieren! Onze groep werd geleid door een echte Saami, genaamd Pae. Als echte Saami zijnde, vertelde hij de gehele excursie van alles over zijn land en volk. Hier dus even een korte uitstap Lapland heet in de eigen taal Sápmi en bestrijkt het noordelijke deel van Noorwegen, Zweden, Finland en een deel van Rusland. In totaal zijn er ongeveer tussen de 70.000 en 100.000 Saami, met de meeste van hen wonend in Noorwegen, daarna in Zweden en veel minder in Finland en een deel van Rusland. Traditioneel gezien zijn het nomaden, welke zij werden door het houden van de rendieren. Doordat rendieren door het gehele jaar door, steeds rondtrekken door Lapland, en alle rendieren van Saami zijn, dienen ze hun rendieren te volgen om te blijven hoeden en te beschermen tegen roofdieren. Typische nomadententen van Saami zijn dan ook heel makkelijk op te bouwen en af te breken en lijken sterk op tipi’s van de indianen. Hier heten ze lawu. Tegenwoordig hebben nog maar weinig Saami een nomadenbestaan, maar wel zijn zij de enigen in Zweden die de rendieren mogen hebben. Er zijn circa 250.000 rendieren in Lapland en alle rendieren in Lapland zijn van Saami; dat is eveneens vastgesteld in de grondwet. ‘Gewone’ Zweden, Finnen, Noren of Russen mogen geen rendieren houden. Onze gids, Pae, had zelf ook een stam; bestaande uit 15.000 rendieren. Hij was er behoorlijk trots op! Logisch uiteraard!

Onze groep van vandaag bestond uit 6 mensen; een Belg (later bleek dat hij één van de zakenmannen van Xplorethenorth was die [nieuwe excursies aan het proberen was], een Aziatisch klein mannetje [die dacht dat het 20 graden vroor aan zijn kleding te zien..], een Engels stel en wij. Na een korte rit met de auto naar de andere kant van de Torne rivier waaraan het dorpje Jukkasjärvi (in het Saami: Čohkkiras – wat ‘plaats om te ontmoeten’ betekent) ligt, stapten we uit bij een rendieren farm. Hier mochten we allereerst naar binnen in een ren met een hele groep jonge rendieren. We kregen een flinke lading gedroogd mos wat we ze mochten voeren. Ah kai lief! Ze waren nog niet volgroeid, maar toch waren het al behoorlijk grote dieren. Wel heel schuchter de meeste en ze keken je met hun grote ogen wat bangelijk aan. Maar met rustige bewegingen en zacht roepen lukte het ons toch om er enkele wat dichterbij te krijgen en ze met de hand te kunnen voeren. Het was voor ons zelf ook wat uitkijken, want sommigen hadden al wat geweien en als ze net omhoog springen als jij er boven hangt, prikken ze zonder pardon je ogen uit. Dus van beide kanten was het wat voorzichtig aan doen en goed opletten. Van aaien houden ze niet, omdat ze dan denken dat er muggen of andere beesten op hun vacht zitten en dan gaan ze schudden. Voordat ons dat echter verteld werd, hadden we ze al een paar keer geaaid en wauw, wat een dikke vacht hebben ze! En héél zacht! Rendieren worden overigens gemiddeld zo’n 12 jaar oud. Een hoge uitzondering was het rendier wat recentelijk 18 jaar was geworden! Dit gebeurd doorgaans alleen als ze in een ren gehouden worden; veilig voor de natuurlijke vijanden (zoals de beer, adelaar, wolf, veelvraat en de lynx) en voorzien van voldoende voedsel. In het ‘wild’, als ze gewoon vrij rondlopen – maar nog steeds van de Saami zijn – worden ze vaak zeker niet zo oud.

Ondertussen waren Pae en een collega in de ren er naast met alle volwassen mannetjes, een aantal mannetjes aan het vangen op een lassomanier. Hoppataa met een touw gewoon lassowerpen en vaak kregen ze de grote geweien dan wel te pakken. Wij vonden de rendieren maar een beetje dommig, want geregeld zaten de touwen helemaal niet goed om het gewei, maar bleef het toevallig net hangen en dan stopte het rendier al meteen; alsof ie zich echt meteen overgaf wanneer ie iets voelde. De rendieren waren in tegenstelling tot de husky’s helemaal niet zo eager om te gaan lopen; het zijn meer wat lui-ige dieren die liever de hele dag in de ren staan te ‘grazen’; onder de sneeuw op zoek gaan naar eetbaar mos of boomschors. We vonden het dan ook wel een beetje zielig, want ze vonden het echt niet zo leuk kregen wij het idee. We hebben ze bij de verschillende stops dan ook maar heel veel lekkere takjes gegeven die ze dan wel met veel plezier oppeuzelden.

Even terug; nadat alle rendieren gevangen waren, kregen we er per persoon één toegewezen. Je moest er voor gaan staan zodat je liet zien wie de baas was. Renéetje kreeg een wat agressief mannetje met een flink groot gewei. Ik kreeg een kleiner, luiig ding die zijn gewei al verloren was. Twee andere rendieren hadden de helft van hun gewei nog maar, wat er wel heel vreemd uit zag. Ze hadden er ook behoorlijk wat jeuk aan, want op elke stop gingen ze er flink mee tegen de boompjes scheuren, in de poging dat het er af zou vallen. Helaas voor hun nog zonder resultaat. Nadat we allemaal ‘ons’ rendier hadden, mochten we de ren uitlopen, naar een paadje waar verschillende sledes klaar lagen. Hetzelfde principe als de hondensledes, maar dan een klein formaatje groter. En in plaats van dat de rendieren met een tuigje aan een touw werden vastgemaakt om de slede te trekken, werden er nu twee lichte houten holle ronde balkjes aan hun tuig vastgemaakt. Die zaten dan weer aan de slede. Na een korte uitleg hoe de slee te besturen (precies hetzelfde als de hondenslede, maar nu moest je ook het touw van het rendier vasthouden en kon je die als zweep gebruiken indien nodig – wat ik bijzonder zielig vond en dus ook weigerde), maakten Pae en zijn collega alle sledes vast en konden we korte tijd later vertrekken. Ik merkte al snel dat ‘mijn’ rendier niet de fanatiekste was en liever van de omgeving genoot. Hij was echt aan het sightseeing; lekker op z’n 11-en-30st stappen en een beetje rondkoekeloeren. Dit terwijl de rest veel harder wilde lopen. De Aziatische man kwam achter mij en die vond het wel schitterend; die moest continue lachen om mijn rendier. Op een gegeven moment kreeg het beste dier het toch wel door (vraag me niet waarom) en ja hoor, het gas ging open. Nou ja ‘het gas’, hij ging in een drafje. Echt net als bij een paard. Niet dat dat dan heel hard ging, maar het was wel een beter tempo dan stapvoets. Renéetje en zijn rendier gingen voor mij uit en die had de vaart er toch beter in zitten. Maar goed, uiteindelijk had de mijne het ook door dus we gingen prima!

Het pad zelf was overigens weer heerlijk mooi; lekker door het mooie winterwonderland over rustige kleine paadjes. Wat ons opviel was dat het hier wel veel groener was; de bomen waren veel groener leek het wel. Ook stroomde hier een klein riviertje door het bos. Wel verwonderlijk dat die niet bevroren was, terwijl de grote rivier wel helemaal potdicht gevroren was, met zeker 2 meter diep ijs (want daar halen ze de grote ijsblokken voor het ijshotel ook uit). Hoe dat kan is dus nog de vraag, maar het gaf wel weer een sprookjesachtig zicht.

Op een gegeven moment kwam er een sneeuwscooter van voren over ons pad, dus stopten we even kort zodat we elkaar konden passeren. Toen bleek dat de persoon op de sneeuwscooter ook haar hond bij had en die even aan de rendieren kwam snuffelen, hervond mijn rendier zijn energie en ging er in volle galop vandoor! Zo, toen moest ik me wel ff goed vasthouden, ik vloog er bijna af zo een spert gas gaf ie ineens. :P Conclusie; het beste diertje was als de dood voor honden. Zodra ie uit het zicht was en we weer bij Renéetje en zijn rendier waren gekomen, was het prima en ging ie weer stapvoets van de omgeving genieten. Ah, geeft niet hoor; ik wist toen in ieder geval dat ie het in zich had. De verdere tocht ging voornamelijk rustig met af en toe een drafje en nog één enkele keer een galopje. Het was een stuk rustiger dan met de honden, maar het was eveneens genieten. Heerlijk zo rustig genieten en rondkijken en je dan vooral beseffen dat je midden in Lapland bent en een RENDIER aant besturen bent. Geloof me, dat geeft echt een puur intensgenietmomentje! ^_^ Wederom fabelachtig.

We zijn onderweg tweemaal gestopt; één keer net na de sneeuwscootersituatie en een korte tijd later toen we een flink stuk over de rivier aflegden. De eerste keer was vooral bedoeld als pauze voor de rendiertjes, die als honden hun grote tong uit hun bek lieten slingeren tijdens het rennen. Zodra ze stil stonden, maakten we ze aan elkaars slede vast en gingen we op zoek naar speciale takjes met veel zwartachtig mos eraan. Hier genoten ze echt van! De mijne was echter toch een tikkeltje anders als de rest en begon vrijwel meteen een gat in de sneeuw te graven met z’n rechtervoorpoot. En geloof het of niet, binnen no time had ie een flink open stuk gemaakt en kon ie zo de mos en boomschors die eerder onder de sneeuw verborgen was, oppeuzelen. Pae vertelde dat rendieren een bijzonder goede reuk hebben en zelfs door metersdiepe sneeuw voedsel kunnen ruiken. Het zo opgraven is dan ook hun natuurlijke manier van voedsel zoeken in de winter. De rest liet zich vooral voeren, maar de mijne wilde het blijkbaar allemaal zelf doen. Gelukkig leek ie niet op mij..

De tweede stop was niet veel later als de eerste, maar nu vooral voor ons bedoeld. We stopten op de rivier waardoor we een fantastisch uitzicht hadden over de rivier zelf, maar ook over de nabijgelegen heuvels of kleine bergen. Schitterend! Hier hebben we uiteraard de nodige foto’s gemaakt.

Wat overigens erg bijzonder was aan het lopen van de rendieren; ze stappen met hun achterpoten echt PRECIES in de afdrukken die hun voorpoten zojuist hebben gemaakt. Zo exact, dat heb ik volgens mij nog nooit eerder gezien. Nu heb ik er bij paarden of koeien of iets dergelijks nooit echt op gelet, dus misschien is het bij hun ook wel zo, maar dit was echt wonderbaarlijk zo exact ze dat deden. We vonden de rendieren trouwens ook veel weg hebben van een mix tussen een klein paard en vooral een koe. Hoe ze gebouwd zijn en met name hun hoofd. Ah, ze zien er echt schattig uit!

Na ruim een uur kwamen we weer terug bij de rendierenfarm. Hier maakten Pae en zijn collega de tuigjes en de sledes weer los en moesten wij ons rendier weer terug naar de ren brengen waar ze weer los mochten lopen. Zelf gingen we terug om de sledes netjes op te ruimen en het pad weer vrij te maken. Hierna werden we uitgenodigd in een grote Lawu die vlakbij de ren stond. Binnenin was er een heerlijk kampuurtje aan het knapperen en was de rest van de grond bedekt met rendierenhuiden waar we plaats mochten nemen. Snikheet dat het in de lawu was! Renéetje en ik deden meteen ons gekregen overall half uit en een trui en de balaclava uit. Poe hee. We hoefden nu ook niet zo dicht op het vuur te zitten, we hadden het al warm genoeg! (Wat een verschil met de dagen ervoor! :P). Pae pakte een grote koekepan (een héle grote!) waar hij gedroogd rendierenvlees in deed en die vervolgens op het vuur afbakte. Deze kregen we even later in een soort kleine pannekoek geserveerd met als topping bosbessenjam (ze maken alles van die bosbessen!). Jammie! Dat was een perfect heerlijk lunch zeg! Omdat er nog genoeg over was, nam ik met veel genoegen nog een tweede portie! Als drankje kregen we – uiteraard – weer warme bosbessensap. In een handgemaakt houten kommetje. Nou daar zeg ik sowieso geen nee tegen; wat is dat spul lekker! Helemaal als het warm is. Echt een aanrader voor de wat koudere winters in Nederland! En het heeft niet zo’n naar bij-effect als vlierbessen pap.. ;-) In de lawu vertelde Pae ons nog het één en ander over zijn volk en de rendieren. Hij was overduidelijk een zeer trotste Saami! Mooi om te zien .

Na dit heerlijk lunchmaal, brachten we nog een laatste stop; dit was bij de rendierenfarm in het dorpje Jukkasjärvi. Er waren nu geen rendieren, maar wel was er in de grote ren een openluchtmuseum over voornamelijk het Saami-volk. Hier kregen we nog kort uitleg en mochten we daarna zelf overal even rondkijken. Er stonden verschillende informatieborden met uitleg over verschillende onderwerpen van de Saami en wat verder waren er verschillende ‘bouwwerken’ van de Saami op oorspronkelijke wijze nagemaakt. Duidelijk was dat ze vooral veel met licht materiaal en rendierhuiden deden en veel voedsel in de zomer klaarmaakten voor een langere opslag zodat ze daar in de winter gebruik van konden maken. Eigenlijk net zoals bepaalde dieren, zoals eekhoorntjes, doen. De Saami hadden zo ook verschillende kleine hutjes op palen, waar ze hun voedsel hoog en droog en op veilige afstand van andere dieren bewaarden, zodat ze het maandenlater op hun tocht met de rendieren konden nuttigen. Die kleine hutjes op palen deden me ergens aan Laos en Cambodja denken; waar de plaatselijke bevolking hetzelfde deden met rijst (al was dat niet bedoeld als wintervoorraad). Gek eigenlijk, maar misschien ergens ook juist helemaal niet. :-)

Ten slotte was het weer tijd om terug te gaan en werden we weer bij het Icehotel afgezet. We bedankten Pae vriendelijk voor zijn goede gidszijn en hebben die lelijke, bizarre overall van het hotel omgewisseld voor onze eigen winteroutfit. Zeker nu het niet zo koud is, was dat meer dan voldoende (anders ook wel denk, dan konden we altijd nog een extra trui aan doen ). We liepen op ons dooie gemakje weer terug naar het mini-dorpje Jukkasjärvi. Dit is écht een klein dorpje hoor; we waren er gisteren ook al doorgelopen maar hier heeft het echt l-e-t-t-e-r-l-i-j-k maar één straat waar de huisjes aan staan en that’s it. Renéetje denkt dat er iets van 300 mensen wonen. Gisteren was het zondag en was het totaal uitgestorven op een enkele verdwaalde toerist na dan. Dat vonden we eigenlijk wel raar, want juist op een vrije dag verwacht je toch kinderen die buiten spelen. Maar goed, vandaag zagen we niet heel veel meer mensen (alleen wat meer toeristen en enkele dorpsbewoners die iets aan het doen waren – zoals een oude man die de meter sneeuw van zijn dak – van vermoedelijk een buurthuis – af aan het vegen was met een gigantische sneeuwschuiver). Gisteren waren we al door het hele dorp gegaan wat ook echt niet meer heeft dan een aantal huizen, 1 winkeltje, 1 schooltje, 1 kerk (wel uit 1600), één restaurant en de rendierenfarm. Dat is het. Echt. We hadden vandaag de planning om even wat kleins in te slaan voor de treinrit morgen naar Abisko en om een plekje in het restaurant te reserveren voor vanavond. We wilden niet nog een keer in het saaie, veel te dure restaurant van het Icehotel eten. Helaas voor ons was het restaurant nog steeds dicht, ook al brandde er licht. We besloten dus maar op de bonnefooi te gaan en dan hopen dat het ’s avonds wel open zou zijn en er ook nog plek zou zijn. Het winkeltje was wel open (ook al met zeer beperkte openingstijden) en gelukkig waren de prijzen daar min of meer hetzelfde als in een toeristisch dorpje in Nederland. Vervolgens liepen we via de rivier weer terug naar het Icehotel. Inmiddels was het na 2’en en dus begon de schemering; de zon was ook net achter de heuvel/kleine berg aan het zakken, wat voor echt een schitterend zicht zorgde. Dat plus het feit dat er net een paar hondensledes voorbij kwamen, gaf echt een fantastisch plaatje, dat we uiteraard vastgelegd hebben. Vervolgens kwam er ook nog een vliegtuig erg laag over en sprongen er even later een zestal parachutisten uit (vermoedelijk een militaire training). Ook dat gaf een schitterend zicht zo met de ondergaande zon. We dachten ‘even’ naar het Icehotel terug te lopen, maar uiteindelijk duurde dat een stuk langer met al die leuke tussenstops! Helemaal bij het Icehotel aangekomen, zagen we een kleine Volvo-shovel (L30-B) druk in de weer op een groot afgezet terrein op de rivier. Hij was alles sneeuwvrij aan het maken, naar wij denken zodat er weer grote ijsblokken uitgehaald kunnen worden. Ook al was dit een klein shoveltje, Renéetje kon het niet laten om te vragen of hij er even in mocht. De man vond het wel wat vreemd, maar liet hem er toch even in plaatsnemen. Sorry Richard en Sander, Renéetje lijkt dit ook wel leuk werk… :P

Vanaf de rivier was de ingang tot het Icehotel ook wel leuk te noemen! Er was een grote “2014” uitgehouwen, boven een grote ijstroon. Uiteraard namen we daar even plaats op en mijn ‘en profil’ foto is perfect voor op onze munt hoor! Ook lagen hier de gigantische blokken ijs waar nog niets mee gedaan werd. Ik klom er even op, maar het leek echt alsof je je op de Noordpool bevond; alleen maar sneeuw en machtig grote ijsschotsen! Gaaf!

Langs deze kant kwamen we via de andere kant het Icehotel in en liepen we eerst langs de het ijsatelier; hier kun je zelf je ijssculptuur maken. Als voorbeelden stonden er een hele rits ijssculpturen te schitteren voor de ingang. En pal naast de ingang stond een schitterende minitijger in ijs; wauw. Die had ik wel graag willen hebben of helemaal; zelf willen maken! Alleen ja, vermoedelijk overleeft ie het vliegtuig niet… Wordt op de luchthavens toch net wat te warm vrees ik.. Maar hij was wel heel gaaf!
We zijn ook nog even terug het Icehotel zelf in geweest; naar de andere gang met speciale luxekamers. Hier konden we gisteren niet meer in omdat de kamers klaargemaakt werden voor de gasten. Nu was er echter nog mogelijkheid zat, al was het al wel later. Héél bizar; het was binnen kouder als buiten! En toen we even later weer naar buiten gingen, merkte je echt dat het buiten warmer was! Héél bizarre ervaring! De overige kamers waren trouwens weer net zo gaaf als die we eerder hadden gezien. Dit keer kwamen we nog in mini-rome, boven op de daken van een stad en tussen een zwerm vliegende zwanen terecht. Wederom erg gaaf gemaakt! Als (ijs)kunstenaar moet dit wel een super gave droom zijn die werkelijkheid wordt volgens mij! En nu was er in de centrale hal (de ‘secret garden’, met al die bloemen in de muur) ook meer licht aan (omdat het donkerder was dan gisteren toen wij er waren) wat weer een nieuw hele gave dimensie aan de schitterende sculpturen aldaar gaf. Echt wonderbaarlijk mooi gemaakt allemaal hoor! Tis wel echt even versteld staan!

Hierna zijn we nog even gaan relaxen in de lounge en heb ik een begin gemaakt aan ons reisverslag vandaag. Tegen 5 uur liepen we vervolgens over de rivier richting het restaurantje in het dorpje. We waren blij te zien dat we licht zagen branden en dat er een kok in de keuken in de weer was. Yes! Het is open! Ook de gastheer was erg vriendelijk en begroette ons vrolijk met ‘yes, our first guests!’. Helaas helaas, je moest ook hier reserveren… Ook dit was van het Icehotel… Neeeeeeee! We hadden uiteraard gereserveerd, maar wij dachten dat er maar één restaurant van het Icehotel was en omdat ze aan de receptie niet zeiden dat er twee waren en ook niet vroegen in welk restaurant we wilden reserveren, hadden we een reservatie voor dat saaie, té chique andere restaurant. Behoorlijk teleurgesteld liepen we toen maar weer terug en hebben onze teleurstelling maar geuit op een hoop sneeuwbonken die we langs de kant van de weg tegenkwamen. We hadden ons echt verheugd op een ‘echt/typisch’ Zweeds dorpsrestaurant. En hoe dat restaurantje er ook uit zag, was het 10x beter dan het super chique waar we nu weer heen moesten.. We hebben er alsnog prima gegeten (met echt een óverheerlijke chocoladetruffelachtigtaatje waar papa serieus voor over zou komen vliegen, zó lekker!) en aan de bediening lag het ook écht niet, die waren wederom erg aardig en vriendelijk, maar we baalden stiekum nog wel een beetje. Maar ach, je doet er helaas niets aan.

Vanavond hebben we lekker rustig aan gedaan met een boek, een filmpje en een drankje. Na de film is Renéetje nog even de rivier opgegaan, nogmaals op zoek naar het Noorderlicht. Hier nu een verslagje van zijn kant:
Renéetje: Bij het oplopen van de bevroren rivier struikelde ik zowat over een stuk of 30 lijpe Amerikanen die bij de aanblik van een vleugje noorderlicht zowat klaarkwamen… zucht.. Dus maar een eindje verder gelopen zodat ik bijna in het midden van de rivier stond. En nog hoorde ik ze schreeuwen en kreunen op zeker 300 meter afstand, best knap, zeker als je bedenkt dat de sneeuw heel veel geluid dempt. Helaas was het lichtbewolkt en was er te veel kunstlicht in de buurt, zodat het niet goed zichtbaar was zoals we dat eerder hadden gezien bij de Pinetree Lodge. Na wat foto’s en wat verdere experimenten had ik het alweer gezien en ging ik weer snel terug langs al die Amerikanen en dook ik mijn warme bedje in.

Morgen gaan we weer door naar de volgende bestemming, Abisko, oftwel “De poort naar Lapland”! We kunnen toch zeker tevreden terugkijken op ons verblijf hier in Jukkasjärvi; vooral de rendieren, het fabelachtige uitzicht en de bizarre maar wonderbaarlijke ijssculpturen hebben dat meer dan goed gemaakt! Echter is het voor ons wedermaal bevestigd dat wij gewoon echt niet van die grote toeristentrekpleisters houden. :P Nee hoor, geef ons maar weer lekker een back to basics idee!

  • 07 Februari 2014 - 09:00

    Diana:

    Mooi verhaal hoor ik zat er helemaal in! Geniet er nog van! X

  • 07 Februari 2014 - 10:55

    Yvonne:

    Hoi Coby!
    Heb even je verhalen gelezen. Wat schitterend lijkt het me daar. Je hebt me wel lekker gemaakt om dat ook op ons lijstje te zetten! Vooral die husky tocht lijkt me onbeschrijfelijk mooi! Ik ben heel erg benieuwd wat jullie nog meer gaan doen en zien! Ik zie het verslag wel weer verschijnen.
    Groetjes Yvonne

  • 07 Februari 2014 - 11:49

    Lenneke:

    Hoi coby,

    Wat heerlijk om je reisverhalen weer te lezen!
    ben benieuwd naar jullie verdere reisverhalen.
    geniet er van lijkt me een prachtige omgeving.

    Groetjes lenneke

  • 07 Februari 2014 - 12:31

    Carla :

    Mooie verhalen weer, prachtige reis!!xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Coby

Na in 2008 een half jaar in Buenos Aires te hebben gewoond (mijn allereerste reis op waarbenjij.nu), en daar mensen van over de hele wereld te hebben leren kennen, was het reisvirus in m'n bloed wakker geworden en wilde ik het liefst niets anders meer! Samen met mijn lief heb ik daarna nog diverse mooie reizen samen gemaakt en nu proberen we er op uit te trekken met ons kleine gezinnetje, samen met onze twee kanjers. Hou het dagboek in de gaten en je kunt ons (bijna) op de voet volgen!

Actief sinds 28 Jan. 2008
Verslag gelezen: 525
Totaal aantal bezoekers 313394

Voorgaande reizen:

27 April 2024 - 04 Mei 2024

Er was eens....

14 Augustus 2021 - 02 September 2021

Het land der Vikingen en LEGO

07 Juni 2019 - 25 Juni 2019

Freeeeeeeeeedom!

23 September 2015 - 09 Oktober 2015

After marriage Slovenia!

30 Januari 2014 - 07 Februari 2014

Xploring the North

09 Februari 2013 - 10 Maart 2013

Thailand, Laos & Cambodja!!

05 Augustus 2011 - 30 Augustus 2011

3 Weken Backpacken Peru! Plus weekje Buenos Aires!

11 Februari 2008 - 12 Augustus 2008

6 maanden Argentinië

Landen bezocht: