Als een echte Viking
Door: Coby
Blijf op de hoogte en volg Coby
31 Augustus 2021 | Denemarken, Blåvand
Vandaag op het programma; een bezoekje aan Ribe Vikingecenter; een openluchtmuseum, opnieuw a la Archeon, waarbij de wereld van ontdekkingsreizigers, handelaren en krijgers uit de Vikingtijd tot leven komen. We hadden vernomen dat het de gemiddelde bezoeker er zo’n 3-4 uur besteed, dus deden we lekker rustig aan. We wilden daarna alleen nog even over het schiereilandje Rømø toeren, maar verder daar niets doen, dus we hadden alle tijd vandaag. Ondanks onze relaxte aanpak waren we toch weer één van de eerste bezoekers en konden we wederom vooraan parkeren. Het parkje ligt zo’n 2km ten zuiden van Ribe, de oudste stad van Scandinavië, aan de westkust van dit mooie land. Het was vanaf onze locatie zo’n 3 kwartier rijden, dus prima te doen. Een bezoek aan Ribe zelf schijnt ook absoluut de moeite waard te zijn. Het was ooit een bloeiende rivierhaven en de inwoners zijn er zeer trots op hun erfgoed van Vikingen en handelaren. Ook hier zouden er weer tal van oude gekleurde vakwerkhuizen in een doolhof van keienstraatjes te vinden zijn, wat eigenlijk nooit verveeld. Omdat we echter al diverse stadjes bewandeld hadden waar we deze cultuur en geschiedenis konden ervaren, in combinatie met het feit dat we een vrij drukke rondreis reeds achter de rug hadden, deed ons besluiten deze stad over te slaan (voor nu, wie weet voor de toekomst). Wat nog wel een leuk weet je over deze stad, is dat er al sinds de 14e eeuw nachtwakers door de stad patrouilleren en je in de zomer vrij bent om met hen mee te lopen. Ik bedoel; waar is dat nou mogelijk?
Terug naar onze dag. Wij kwamen dus rond 10 uur aan bij het Vikingecenter en kochten er een kaartje. Voor Noah kochten we ook een activiteitenkaartje waar hij drie activiteiten mee mocht doen, boogschieten, houtsnijden en een muntje slaan. We namen een bolderkarretje mee, waar Noahtje in kon zitten, maar waar wij vooral onze tassen in kwijt konden. De weersvoorspelling was namelijk zéér zomers te noemen, en ik had geen zin in oververhitting :P. Dat bleek gaandeweg de ochtend een zeer goede keuze, want al snel liepen de temperaturen op bij een strakblauwe hemel en er waren niet heel veel schaduwrijke plekken te ontdekken, dus wij waren zeer blij dat we de ruggen vrij konden houden. Noah vond het natuurlijk dikke pret en liet zich maar wat graag lekker rondrijden.
We liepen rustig het parkje op en aan de hand van een plattegrondje begaven we ons richting een klein centrumpje met diverse soorten vikinghuizen. Wederom merkten we heel goed dat we in het Deense naseizoen zitten. Gelukkig was het hier niet volledig stil qua vrijwilligers en activiteiten (zoals we eerder ervaarden bij Trelleborg), maar het was wel erg rustig. Er liepen een aantal vrijwilligers en medewerkers rond, volledig in Vikingstijl en her en daar waren er mensen bezig met hun Vikingambacht. Volgens het activiteitenkaartje begonnen rond 11 uur de diverse ambachten waar kinderen aan deel konden nemen, dus we besloten in dit gedeelte even te wachten tot het zover was. Hier was namelijk de houtbewerking. Het was alleen nog geen tijd, dus brachten we onze tijd door met diverse typische Vikingspellen die uitgestald waren. Één ervan was ringwerpen, maar dan met touwringen om houten paaltjes die in de grond waren geslagen. Een tweede was dat je vanaf een bepaalde afstand een touwtje met aan beide kanten klosjes om één van de horizontale balkjes moest zien te werpen, die een aantal meter verderop stonden in een trapsopstelling. Het idee was dat je touwtje met klosjes zich er dan keurig omheen zou wikkelen. Beide spelletjes kenden we en wezen zichzelf wel uit. Dat staat verder volledig los van de makkelijkheid van deze spellen kan ik je vertellen.. Dat ringwerpen verliep bij mij dramatisch en bij Renéetje wonderbaarlijk met 1 oog eigenlijk best goed. Gelukkig voor mij was ik dan weer beter in het klosjeswerpen en van de 5, draaiden er 3 zich keurig om de balkjes heen en 1tje bleef aan één klosje hangen (vond ik ook wel klein beetje tellen). En dan was er nog een derde spel… En ik ga een poging doen om het uit te leggen, maar de Vikingmevrouw die het ons uitlegde, was ook niet erg zeker van haar uitleg en de jonge Deen die het haar uitlegde (zodat zij het naar het Engels kon vertalen) keek haar toch een paar keer wat vragend aan toen zij het aan ons door-uitlegde. Dus of wij het nu ook wel volledig goed gesnapt en uitgevoerd hebben, blijft ook een beetje een twijfelgeval, maar vooruit. We hadden er in ieder geval veel plezier in. Het zit zo; je staat tegenover elkaar op een afstand van zo’n vier meter. Voor je voeten ligt een boomstam of flinke tak met daarvoor 6 kleine houten paaltjes (een opgezaagde flinke tak). Beide kanten hebben een kleurtje of teken op de boomstammetjes, om ze uit elkaar te houden. In ons geval was het blauw versus rood. Dan in het midden van ‘het veld’ staat een grote, bredere houten paal; ‘de Koning’ (als ik het goed begreep). Beide spelers hebben dan 2 kleine, smallere takken en de bedoeling is om met het kleine takje de paaltjes van de tegenstander aan de overkant om te gooien. Zodra er één is omgegooid, mag je tegenstander het oppakken en het ergens in het veld weggooien. Dat mag dichtbij hem/haar zijn, mag ook helemaal aan de andere kant zijn, net wat je wil. Zo lang je maar níet de koningspaal omgooit; wanneer deze omvalt, wanneer ook in het spel, verlies je direct. Zodra er een paaltje opnieuw in het veld is gegooid, wordt deze ook rechtop gezet. Wanneer je alle paaltjes voor de voeten van je tegenstander dus om hebt gegooid en deze allemaal een nieuwe plek hebben gekregen in het veld, gaat jouw tweede fase in (ongeacht of je tegenstander ook al zover is met jouw paaltjes). Dan is het de bedoeling dat je wederom de paaltjes omgooit, maar je moet dan natuurlijk heel erg uitkijken dat je niet jouw eigen kleur om gooit, én je moet nog altijd oppassen met de koningspaal. Je wint het spel als je alle paaltjes van je tegenstander opnieuw hebt omgegooid en als laatste de Koningspaal. Nu ik het zo op schrijft, klinkt het heel simpel, maar het kan zo maar zijn dat we het niet helemaal correct hebben gedaan dus pin me er niet op vast. Hoe dan ook; wij hadden het erg leuk met dit toch simpele spelletje en je kreeg al snel door dat je het ook wal wat strategisch moet spelen met het terug in het spel gooien van die paaltjes, want vooral op die manier kun je het je tegenstander lastig maken. Maarja, dat is dus vaak niet zonder risico, want je zit met je eigen paaltjes én vooral met die Koningspaal.
Na ons kleine Vikingspelletjesavontuur was het al na 11 uur geworden en konden we van start met de ambachtelijke activiteiten voor onze grote jongen. Het vikinghuis van een houtbewerker waar wij vlakbij stonden, werd bemand door diverse vikingen die druk bezig waren met snijden. Voor het huisje stonden tal van houtbewerkersbankjes waar je dus op plaats kon nemen om zelf ook mee te doen. Nou ja, als je een kind was met zo’n kaartje en dan mocht er een volwassene achter je gaan zitten. Het waren eigenlijk simpele houten bankjes met voorop een scharnier die diende als klem. Je schoof dan een stuk hout onder de scharnier, op hetzelfde gedeelte als waar je op zat maar met een kleine verhoging om er goed bij te kunnen en zette die dan klem door met je voeten op de grote scharnier te drukken en deze helemaal naar achteren (naar voren, tis maar hoe je het ziet) te duwen. Met een houten schaaf welke je met beide handen aan de zijkanten stevig vast hield, en daartussen een scherp mes, kon je dan het hout wat je vastgeklemd had, schaven zoals je wilde. Noah mocht een stuk hout uit een mand kiezen en koos een lange stok waar hij een speer van wilde maken. Nadat de vriendelijke Vikingmevrouw het uit had gelegd en ons als papa en mama even goed gewezen had op de scherpte van het mes, mocht Noah aan de slag (samen met papa). Dat vond ie erg leuk en deed ie heel erg goed. Hij is zeker een half uur super gefocust aan het schaven geweest. Toen de grote jongen hard aan het werk was, kwamen er nog twee gegadigden, maar er was nog plek zat voor nog minstens 10 harde werkers. Het was een leuk tafereeltje om te zien en het kan hier zeker bomvol zitten, aan de vele vele houtkrullen op de grond te zien; het was een waar matras! In de tussentijd keek ik rustig rond in het huisje/schuurtje en maakte een praatje met de Vikingmensen. Toen Noah er klaar mee was en hij een super scherpe speerpunt had gemaakt, legden we het gevaarlijke wapen in de kar erbij en wandelden we rustig verder. We kwamen langs nog wat spelletjes (zoals speerwerpen) en diverse soorten Vikinghuizen. We besloten richting het krijgersveld te gaan, waar je kon boogschieten. Dat was een open stuk veld met een witte tent waar twee Vikingen het één en ander over de krijgerskunst aan het uitleggen waren. Er stonden ook grote schilden voor de tent; wat een joekels! Je bent al een hele beer als je zo’n ding überhaupt vast kunt houden bedachten wij ons, en dan moet je er óók nog mee vechten! Dat waren geen mietjes hoor! Naast de tent was ook een veldje afgezet voor het boogschieten. Een oudere Viking nam de grote jongens mee, maar Noah zag het niet zitten. In dat geval mocht papa wel schieten. Hij kreeg een grote boog uitgereikt met nog eens de uitleg en mocht zich toen met 5 pijlen uitleven op het veld met hertjes en zwijnen. Geen echte natuurlijk, maar het gaf een leuk plaatje. Renéetje schoot direct raak en met zijn laatste schot wist hij het verste everzwijn perfect in de nek te raken. Zo, ‘meat is back on the menu boys!’ (oh nee, we zitten niet in een Lord of the Rings land..).
We besloten even een stukje terug van het veld af in de schaduw te wachten want over een kwartiertje zou er een gevechtstraining voor kinderen van 7 jaar en ouder plaatsvinden. We hadden inmiddels diverse andere gezinnen getroffen (de meeste Nederlands) en het leek ons wel leuk dat te zien, ook al kon Noah zelf niet mee doen. Dus na een korte snoeppauze in de schaduw (het was echt een schitterende warme zomerdag!) namen we plaats op een grote omgehakte boom en met ons nog zo’n 20 mensen. De Vikingvrouw van de witte tent kwam met haar schild en zwaard naar voren en vroeg in de talen Deens, Engels en Duits wie van de kinderen de gevechtstraining wilde volgen. En toen bleek het stil, een hele poos. Een Duits meisje naast ons wilde ergens wel, maar wilde niet alleen. Het zag er echter niet naar uit dat er andere kinderen op zouden staan. Uiteindelijk besloot haar tante (van wat ik begreep) mee te doen wat gelukkig ook helemaal prima was voor de Vikingdame. Beiden kregen een eigen zwaard en schild (het jonge meisje een kleiner schild godzijdank) en werden de beginselen van aanvallen en afschermen uitgelegd. Het stelde weinig voor, maar voor Noah was het toch best spannend. De Duitse familie had ook twee honden bij en op het moment dat het meisje ‘aangevallen’ werd, werden ze helemaal gek en was het overduidelijk dat ze hun baasje wilde beschermen. Ja, en leg dan maar eens aan een hond uit dat het maar ‘een spelletje’ is…. De arme beestjes hebben behoorlijk afgezien denk ik. Maar toch weer mooi te zien hoe trouw deze beestjes aan hun baas zijn.
Na deze demonstratie begaven we ons naar de andere kant van het parkje waar we nog niet geweest waren; hier was een metaalbewerker aan het werk in zijn werkhut half in de grond gegraven en loeiheet. Tegen het plafond hingen diverse dierenhuiden tegen de hitte, al vraag ik me af of dat werkelijk genoeg is om te voorkomen dat de hele boel in de hens vliegt. Het zal wel, maar ik vraag me erg af of ze niet ook nog een bepaalde goedje op de huiden smeerden of iets dergelijks. De man liet zich totaal niet afleiden door de vele nieuwsgierige ogen die af en aan naar binnen gluurden, maar was volledig met zijn werk bezig. Van een lange metalen pin wist hij uiteindelijk een tweezijdige haak met hele mooie versiersels te maken. En dat met alleen een heet kolenvuurtje en een paar simpele stalen klemmen, vormen en een hamer. Wat onderschatten we écht vakmanschap toch tegenwoordig… Wij bleven de gehele tijd staan kijken en vol trots liet hij uiteindelijk het eindresultaat aan ons zien en Noah mocht het ding ook even vasthouden.
Aan de overkant van z’n hut waren diverse mannen en stoere jongens bezig om zelfstandig houten spijkers te maken. Oh dat wilde onze grote stoere mannen natuurlijk ook. Ook dit is eigenlijk een oersimpel gegeven, maar je moet er maar opkomen. Er stonden twee houten blokken met diverse gaten die van groot naar klein liepen en van binnen van metaal waren. Je nam een houten stok (die in een mand ernaast lagen) en ramde die met een grote houten hamer door het eerste ronde gat (het grootste). Dat herhaalde je met alle gaten, die steeds kleiner werden. Door het metaal en het meppen schaafde je de stok steeds verder af in de juiste vorm en met ieder gat werd ie steeds kleiner, totdat je na het laatste en kleinste gat een keurige ronde houten spijker over hield. Zo simpel kan het zijn. Die dingen gebruikten ze in al hun huizen en ook in het steiger aan de waterkant en in de boten kon je er honderden van terugzien. Ook deze ging mee in de kar en zo groeide Noah’s verzameling gestaag.
Aan dit grasveldje stond nog een ander huisje waar de laatste van de drie ambachtactiviteiten te vinden was; het slaan van een eigen muntje. Er waren twee vikingmannen aan het werk met eigen muntbewerking en Noah mocht gelijk plaatsnemen om zijn eigen muntje te maken. Uit een zakje met blanco ronde schijfjes mocht hij er eentje pakken en op een metalen soort van buis leggen waar een embleempje in gemaakt was. Vervolgens deed de jonge, goedlachse Vikingman er een buisje op, met daarin ook een embleempje. Vervolgens kreeg hij een grote hamer en mocht hij 1 keer flink op het buisje tikken, zodat het muntje aan beide kanten beslagen zou worden. Noah was iets te voorbarig en sloeg al toen de beste man z’n hand nog niet van het buisje had gehaald, maar als een echte Viking gaf hij geen teken van pijn of wat dan ook. Bikkel hoor. Met een flinke tik was het al gebeurd en werd het buisje er weer afgehaald; tadaaa, een schitterend Vikingmuntje! Voor de zekerheid hield papa het muntje maar even bij, want het was zo klein dat het vast en zeker binnen no time kwijt zou zijn in de bolderkar.
We wandelden hierna nog even langs het Vikinghaventje en een oud kerkje en toen waren we alweer rond. We leverden het bolderkarretje weer netjes in en keken nog even rond in het winkeltje. We hadden van deze reis nog helemaal geen souveniers en hadden eigenlijk ook maar zeer beperkt typische souvenierswinkeltjes gezien. Wat gek eigenlijk. Voor Renéetje waren de dozen LEGO voldoende souvenier, maar ik wilde eigenlijk nog wel wat anders typisch, wellicht iets in Vikingsthema. Helaas kon niets in het winkeltje hier ons echt vervoeren en besloten we het er toch maar bij te laten. In plaats daarvan mocht Noah nog iets moois uitkiezen wat een Vikingschild en Vikingzwaard werd. Hij kwam hier met niets en ging nu met volle handen weer weg; een schild, een zwaard, een zelfgemaakte speer, spijker en munt. Wat wil je nog meer?!
Het was inmiddels tegen 2 uur gelopen (klopte perfect die tijdsindicatie) en we reden met de auto een stuk verder naar het Zuiden om nog kort een rondrij-bezoek aan het eilandje Rømø te brengen. Dit is het grootste Deense eiland in de Noordzee wat in de 18e eeuw klaarblijkelijk een welvarende walvishaven is geweest. In het westen van het eiland liggen uitgestrekte stranden en via het oosten is het eiland tegenwoordig verbonden met het vasteland van Jutland via een weg door een moerasgebied waar grote vogelrijkdom heerst. Meer in het noorden ligt overigens het iets kleinere eiland Fanø wat vooral rustiger is qua toerisme doordat het alleen maar per boot bereikbaar is. Er wordt gezegd dat het eilandje nog net wat mooier is als Rømø. Je vindt er ook het kleine dorpje Sønderhø, met 18de- en 19de-eeuwse architectuur, wat is bekroond als mooiste dorp van Denemarken en een wandeling meer dan waard is. Echter, omdat je op dit eiland afhankelijk was van veerboten en hun tijden, besloten we toch maar met de auto naar Rømø te rijden. Ons idee; we kennen geen van beiden eilanden, het zal vast en zeker beiden mooi zijn. In eerste instantie reden we naar het noordelijke deel van het eiland, omdat je daar het dorpje Juvre hebt waar nog een hekwerk van walvisbotten te bewonderen was. We knipperden echter te snel met onze ogen en waren het dorpje alweer uit en konden werkelijk niet vinden waar dan dat mooie en bijzondere hekwerk te vinden was. We reden op een gegeven moment maar door tot we al heel snel niet verder konden. Aan het einde van de weg was een parkeerplaatsje waar het wonderbaarlijk druk was. We hoorden inmiddels al diverse malen straaljagers overkomen. Ik vond het vooral een kabaal en Noahtje was erg moe, dus besloot Renéetje even alleen uit te stappen en als een echte toerist de andere toeristen te volgen (waaronder een lading vol oudjes die zojuist aankwamen middels overdekte kar achter een trekker – tis net Texel) om op de dijk/duin te kijken daarnaar waar de rest van de meute ook heen keek. Vol twinkeling in z’n ogen kwam ie terug; ze waren blijkbaar militaire oefeningen aan het doen en met de straaljagers schoten ze serieus voor oefening. Zo ver je kijken kon was blijkbaar een militair oefenterrein en in de verte kon je bommen (?) in de grond zien inslaan. Dat vond Renéetje fascinerend. Net terug in de auto hoorde je de straaljagers ook schieten hoog in de lucht, wat een zeer bijzonder kabaal gaf. Wederom fascinerend aldus Renéetje. Wederom kabaal als je het mij vraagt..
We besloten nog eventjes naar het zuiden van het eiland te rijden, naar het kleine gehuchtje Havneby voor een ijsje aan het water. We dachten dat we op zo’n toeristisch eiland vast wel een leuke setting aan het water zouden treffen, maar dat viel erg tegen. Er waren vooral wat winkeltjes met zwem- en vliegerspulletjes, maar eigenlijk geen lekker terrasje zoals wij ze zo goed kennen in Zeeland. We reden nog wat kleine straatjes door en passeerden een kleine ijssalon; ah doen we het gewoon zo. We kozen alle drie een heerlijk ijsje (daar zijn ze hier echt niet slecht in!) en genoten er samen van in het heerlijke zonnetje.
Zo. Dan is het nu wel gedaan met alle activiteiten en uitstapjes deze vakantie. Voldaan reden we weer terug richting vakantieparkje in Ho. Op de heenweg was ik wat in slaap gedommeld, maar nu bleven de oogjes gelukkig open en was het genieten van het schitterende stukje natuur waar we doorheen kwamen, zeker op de verbindingsweg dwars door het moerasgebied tussen het eilandje en het vaste land van Jutland. Net de afsluitdijk, maar wat een mooi natuurgebied!! Genieten!
Terug op het vakantieparkje was het dan eindelijk zover; ZWEMMEN! Het gehele bad voor ons alleen dus lekker plonsen en relaxen. Daarna nog eventjes bij het mini-Joepie gespeeld. Samen vermaakten we ons prima! En nu, nog een heerlijk rustige avond. Lekker buiten in de zon eten, nog even in de speeltuin spelen en vooral niets meer doen.
Morgen is onze laatste dag hier en genieten we vooral nog even van de rust, het mooie weer en elkaar voordat we donderdag alweer aan de terugreis zullen moeten.
Vi ses!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley